Begeleidingssnoei

Het begeleidend snoeien van bomen in de jeugd- en halfwasfase; goede begeleidingssnoei vormt de basis voor het uiteindelijke eindbeeld van bomen.
Van belang hierbij is dat bomen hun groeisnelheid blijven houden en snoeiwonden van beperkte grootte zijn. Hierdoor ontwikkelen bomen zich tot gezonde en structureel sterke bomen met een lange levensloop en beperkte onderhoudskosten.

Door middel van begeleidingssnoei kan de vorm van de toekomstige kroon worden bepaald. Bij jonge bomen die opgekroond moeten worden, worden de dikste takken uit de tijdelijke kroon verwijderd, in de volgende snoeironde worden nogmaals de dikste takken verwijderd totdat de boomlengte dusdanig is toegenomen dat er sprake is van de blijvende kroon. Uit de blijvende kroon dienen ongewenste takken (probleemtakken) tijdig te worden verwijderd, waardoor grote snoeischades worden voorkomen. Tijdens de begeleidingssnoei wordt de doorgaande spil in de kroon behouden. Bij jonge bomen geldt over het algemeen een snoeifrequentie van minimaal eens in de 2 tot 3 jaar.